Málaga ligt pal aan de Middellandse Zee, is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en de tweede stad van de regio Andalusië. Málaga heeft ongeveer 600.000 inwoners.
Deze stad aan de Costa del Sol wordt beschermd door de heuvels van ‘Axarquía’ en heeft zowel in de zomer als in de winter een zeer aangenaam klimaat.
Geschiedenis van Malaga
Málaga is een belangrijke havenstad (de op één na grootste van Spanje) en wordt doorkruist door twee rivieren: de Guadalmedina en de Guadalhorce die beide uitmonden in de Middellandse Zee.
Málaga heeft tevens een belangrijke internationale luchthaven en een uitstekende infrastructuur. In Málaga is het toerisme zeker van belang maar het is nog niet te vergelijken met de aandacht die de Andalusische koningssteden Córdoba, Sevilla en Granada krijgen. De stad wordt nog niet overlopen door toeristen en dat is een prettige bijkomstigheid. Wel wordt Malaga ieder jaar populairder. De stad wordt ontdekt en dat is absoluut terecht.
Toch is Málaga is nog heerlijk authentiek, enorm charmant en de meeste highlights van de stad kunnen te voet bezocht worden.
Vele monumenten voeren je terug naar de tijden van de Romeinse- en Moorse overheersing maar ook valt er een keur aan kerken, paleizen en de kathedraal te bewonderen, gebouwd na de herovering van het land op de Moren door de Christenen (reconquista).
Men gaat er vanuit dat de eerste beschaving van Málaga kwam met de komst van de Feniciërs, grofweg drieduizend jaar geleden.Omstreeks 550 voor Christus werd Málaga overgenomen door de Carthagers die vanuit dit gedeelte van het land handel dreven.
In 218 voor Christus veroverden de Romeinen Málaga en kwam de stad tot bloei. Er werd een solide haven gebouwd en succesvol handel gedreven. De inmiddels gerestaureerde overblijfselen van het Romeins theater kunnen vandaag de dag weer bewonderd worden.
In het jaar 623 werd de stad Málaga overgenomen door de Oost-Germaanse Visigothen en zij verbleven hier tot het jaar 711, het jaar waarin de Moren het land binnenvielen.
In de zeven eeuwen die volgden, beleefde Málaga een periode van enorme bloei. Er werd volop gehandeld en gebouwd. Het fort ‘Alcazaba’ en het kasteel ‘Gibralfaro’ herinneren nog aan deze periode.
De reconquista verliep in Málaga niet zonder slag of stoot. Pas in 1487, na zware gevechten waarin vele slachtoffers vielen, kwam de stad wederom in handen van de Christenen. Er werden kerken gebouwd, de haven werd uitgebreid en de kathedraal verrees.
Málaga is zich er goed van bewust dat niet alle delen van de stad een schoonheidsprijs verdienen.
In de jaren zestig herstelde de economie zich langzaam na een lange periode van crisis en het toerisme nam een aanvang. In hoog tempo werden er talloze flats en hotels gebouwd en hierbij werd niet bepaald veel rekening gehouden met het uiterlijk van deze kolossen en het effect dat dit zou hebben op de uitstraling van de stad.
Inmiddels wordt er hard gewerkt om het imago van de stad te verbeteren. Er is reeds veel gerenoveerd en gerestaureerd en er wordt nog steeds veel aandacht besteed aan de historische binnenstad die al grotendeels autovrij is. Wandel vooral ook eens naar het bijna futuristisch aandoende havengedeelte ‘Muelle Uno’ (Pier 1). Je kijkt er je ogen uit.
Reisgids Malaga bestellen? KLIK HIER